Kenmerken van de kiezers ruim drie maanden voor PS2023
De peiling van gisteren laat dezelfde uitslag zien als twee weken geleden. Dit is die uitslag vergeleken met ruim 1 maand geleden en ruim 6 maanden geleden. Duidelijk is hoe de positie van de regeringspartijen geleidelijk steeds verder verzwakt en die van PVV, JA21 en BBB verder versterkt.
Woensdag waren de gemeenteraadsverkiezingen in de nieuwe gemeente Voorne aan Zee, een samenvoeging van drie gemeenten ten zuiden van Rotterdam. Ondanks de lage opkomst kunnen er interessante vergelijkingen gemaakt worden met de uitslag van GR2018 en met de uitslag van TK2021. De trends, zoals bij de landelijke peiling via Peil.nl zijn ook goed te herkennen in die uitslag. Hier treft u onze uitgebreide analyse aan. Hieronder de tabel met de vergelijking van de uitslag van woensdag jl. met die van TK2021. De opkomst was ongeveer de helft van die van anderhalf jaar geleden. Desondanks zijn de landelijke patronen goed herkenbaar.
Eigenlijk zien we alleen bij het CDA een andere trend dan bij de landelijke peiling. Maar bedenk daarbij wel dat partijen als ChristenUnie en SGP niet aan de gemeenteraadsverkiezingen deelnamen en het gebruikelijk is dat de gemiddelde leeftijd van de opgekomen kiezers bij de Gemeenteraadsverkiezingen hoger is dan bij de Tweede Kamerverkiezingen. En omdat de kiezers van het CDA doorgaans een hoge leeftijd hebben kan dit gezorgd hebben voor de relatief betere uitslag dan de landelijke trend. (Dit voordeel kan het CDA trouwens ook hebben bij de aanstaande Provinciale Statenverkiezingen).
Kenmerken van de kiezers
Juist omdat er zulke forse verschuivingen zijn in de politieke voorkeur is het interessant om te bezien hoe de demografische samenstelling van de verschillende partijen is veranderd.
Per kenmerk worden de veranderingen doorgenomen. Ik richt me daarbij op de wat grotere partijen, omdat bij de kleinere partijen de omvang van de steekproef voor de analyse niet groot genoeg is.
Bij de veranderingen sinds TK2021 richt ik me alleen op de partijen die fors verliezen sinds TK2021 (VVD, D66 en CDA) en de partijen die fors winnen: BBB, JA21, PVV en GroenLinks.
Geslacht
De volgende partijen hebben op dit moment beduidend meer manlijke dan vrouwelijke kiezers: D66, JA21 en Volt. Dat is andersom bij BBB, PVV, SP en VVD. Bij D66 en VVD zien we dat sinds TK2021 die partijen relatief meer vrouwen kwijtgeraakt zijn dan mannen. Bij de BBB en PVV zien we het aandeel vrouwen stijgen sinds TK2021.
Leeftijd
Partijen met duidelijk meer jongere dan oudere kiezers op dit moment zijn: D66, GroenLinks, JA21 en Volt. Partijen met duidelijk meer oudere dan jongere kiezers zijn de PvdA en ChristenUnie.
Een overwicht in de middelste leeftijdsklasse zien we bij BBB, FVD, PvdD en PVV. Bij de andere partijen zijn de verschillen naar leeftijdsklasse op dit moment niet erg groot.
De VVD is duidelijk meer kiezers kwijtgeraakt in de leeftijdsklasse van boven de 45 jaar dan in de jongere leeftijdsklasse. Bij D66 zien we het verlies over alle leeftijdsklassen in dezelfde mate. Bij het CDA is het verlies groter bij de oudere leeftijdsklassen.
BBB wint vooral in de leeftijdsklassen tussen 35 en 65 jaar. De PVV vooral in de leeftijdsklasse tussen 45 en 65 jaar. JA21 wint het meest in de leeftijdsklassen onder 35 jaar en boven de 55.
Opleidingsniveau
Partijen met relatief gezien meer kiezers die hoger opgeleid zijn dan lager: D66, GroenLinks, PvdA, PvdD, Volt en de VVD. Bij BBB, PVV en SP is dat andersom.
De VVD en D66 zijn relatief gezien meer lager opgeleide kiezers kwijtgeraakt dan hoger opgeleide kiezers.
BBB won relatief gezien meer kiezers met een lage en midden opleiding dan met een hoge opleiding. Dat geldt ook voor de PVV. Bij JA21 en GroenLinks zien we een stijging in ongeveer gelijke mate bij de verschillende opleidingsniveaus.
Inkomensniveau
Partijen met relatief gezien meer kiezers met een hoger inkomen zijn: D66, JA21 en VVD. Partijen met relatief gezien meer kiezers met lage en midden inkomens dan hogere inkomens zijn: BBB, PVV en SP.
Het verlies van D66, VVD en CDA heeft in gelijke mate in de verschillende inkomensklassen plaatsgevonden. JA21 wint relatief het meest in de hogere inkomensklassen en BBB vooral in de lagere inkomensklassen.
Bij kiezers die zich zorgen maken over hun financiële toekomst stemmen is een oververtegenwoordiging van PVV en FVD. De kiezers die zich geen zorgen maken over hun financiële toekomst zitten relatief vaker bij D66 en VVD.
Totaaloverzicht
- Onder de kiezers van VVD, CDA en D66 van TK2021 zijn er beduidend meer die nu aangeven niet te weten op welke partij te stemmen dan bij de kiezers van de andere partijen. Bij de drie regeringspartijen is dat ongeveer 20%, terwijl bij de andere partijen dat percentage tussen de 5 en 10% ligt.
- Het verlies van VVD en CDA gaat vooral in de richting van BBB, JA21 en PVV en betreft in duidelijk sterkere mate vrouwelijke kiezers en kiezers met midden of lage opleiding.
- Het verlies van D66, ook relatief meer vrouwen en kiezers met lager en midden opleiding, gaat in alle richtingen. Dus niet alleen naar GroenLinks, PvdA, PvdD en Volt, maar ook in de richting van BBB en JA21. D66 is trouwens de enige partijen met enige overgang in de richting van de VVD.
- FVD verliest t.o.v. TK2021 duidelijk aan PVV, BBB en BvNL. Een verlies dat maar beperkt wordt gecompenseerd door kiezers die van andere partijen overkomen in de richting van FVD en degenen die niet hebben gestemd, maar nu aangeven FVD te stemmen.
- SP heeft het electoraal niet gemakkelijk omdat die partij duidelijke concurrentie ervaart van BBB, PVV en JA21, en dat verlies moeizaam compenseert via beperkte overgangen vanuit de andere partijen.
- PvdD verliest niet specifiek aan bepaalde partijen, maar wint ook niet duidelijk van bepaalde partijen.
- Hoewel de PvdA net zoals GroenLinks duidelijk wint van D66, heeft deze partij meer last van BBB en SP dan GroenLinks. Ook gaan er meer kiezers over van PvdA naar GroenLinks dan andersom en heeft de PvdA meer kiezers die zeggen nu niet te weten wat te stemmen dan GroenLinks.
Kranten die men leest
De Telegraaf heeft relatief gezien beduidend meer kiezers die nu JA21, PVV of BBB stemmen. De dominante positie van de VVD bij deze krant is duidelijk verdwenen.
Het AD laat minder grote verschillen zien dan De Telegraaf. De VVD scoort bij die krant nu hoger dan bij De Telegraaf.
Bij De Volkskrant zien we een sterke oververtegenwoordiging van kiezers die PvdA, D66 of GroenLinks stemmen. Bij NRC zien we nog meer D66-kiezers dan bij De Volkskrant en minder PvdA-kiezers.
De regionale dagbladen laten meer het landelijke patroon zien van het stemgedrag. Alleen bij kiezers van FVD, Volt en GroenLinks zien we relatief gezien weinig lezers van de regionale dagbladen. Dat zullen vooral de jongeren betreffen.