Het grote verschil tussen de kiezers van BBB en FVD uit 2019
BBB t.o.v. FVD
De uitslag van PS2023 lijkt op de uitslag van PS2019, maar dan een score voor BBB, die nog hoger is dan die van FVD toen. Maar betekent dat nu dat het electoraat BBB sterk lijkt op dat van FVD toen?
BBB is in alle provincies de grootste partij. Dat is ook het geval in meer dan 200 gemeenten.
Dit is de procentuele uitslag van de BBB per gemeente:
De uitslagen van BBB liepen uiteen van 5% in Amsterdam tot meer dan 50% in twee gemeenten in Oost-Nederland. In de drie westelijke provincies haalde BBB tussen de 13 en 14%. In Drenthe en Overijssel meer dan 30%
In 2019 was FVD de grote winnaar, die ook vrijwel uit het niets kwam. De score van die partij was landelijk bijna 15%, ruim 4% minder dan BBB nu. Dit is de kaart met de uitslag van die partij in 2019
Het patroon van de uitslag van FVD in 2019 verschilt sterk van dat van BBB nu. Het zwaartepunt van FVD lag in het Westen, terwijl dat van BBB in het Oosten en het Noorden ligt. De drie westelijke provincies lieten uitslagen zien rond de 17%, terwijl in het Oosten de uitslag 13% was. Amsterdam scoorde 9% en de gemeente met de hoogste score was Edam-Volendam met 41%.
Het is dus veel te simpel om te zeggen dat FVD bij deze verkiezing gewoon vervangen is door de kiezers van BBB. Uit de exit-polls van 2019 bleek dat 56% van de kiezers van FVD boven de 50 jaar was (van alle Nederlandse kiezers is dat de helft). Het opleidingsniveau van deze kiezers was gelijk aan dat van de kiezers met dezelfde leeftijdsverdeling. De kiezers van BBB zijn gemiddeld wat ouder dan de Nederlandse kiezers. Er wordt daarbij in de media gesteld dat het opleidingsniveau van de BBB-kiezers lager is dan dat van de Nederlandse kiezers. Maar als je rekening houdt met de leeftijdsverdeling van de BBB-kiezers dan is er weinig verschil tussen het opleidingsniveau van de BBB-kiezers en degenen die niet BBB hebben gestemd.
Interessant is om de landelijke verdeling van FVD af te zetten tegen die van LPF uit 2002. Toen haalde die partij uit het niets 17% bij Tweede Kamerverkiezingen.
Deze kaart uit 2002 lijkt veel sterker op de uitslag van FVD in 2019 dan die van BBB uit 2023. LPF haalde in Zuid-Holland 23% en in het Oosten en Noorden van het land 11%. De verschillen tussen die provincies waren wat groter dan die van FVD in 2019.
BBB t.o.v. het CDA
In 2015 haalde het CDA nog 15%. Om de relatie van die uitslag met die van BBB te bekijken wordt nu de kaart getoond van het CDA bij die verkiezingen. Goed valt te zien dat het patroon van BBB uit 2023 duidelijke overeenkomsten vertoont met het CDA uit 2015.
Het CDA haalde in Noord- en Zuid-Holland samen en in Overijssel 22%. Alleen in Limburg haalde het CDA in 2015 een hoger resultaat dan BBB in 2023. (22% tegen 19%).
Juist door de vergelijking met het CDA van 8 jaar geleden is het duidelijk dat BBB een fors deel van het voormalig electoraat van het CDA bij deze verkiezing heeft overgenomen. En veel minder een sterkere relatie heeft met de voormalige FVD-kiezers. Die kwamen, net zoals bij de LPF, vooral van de PvdA en – in mindere mate – van de VVD.
Op een andere manier is het ook aan te geven hoe het verschil is. Dit is het overzicht van de stemkeuzes van kiezers naar hoe zij zichzelf plaatsen op de links-rechts-schaal
De kiezers van FVD plaatsten zichzelf rechtser op de schaal dan de kiezers van de andere partijen. Kijken we naar de kiezers van BBB dan is duidelijk te zien dat zij minder rechts zijn dan die van FVD. Van de kiezers in het midden stemde 24% BBB. Ook bij kiezers links van het midden haalde de BBB meer stemmen dan FVD, VVD of CDA hebben gedaan. Het verlies van het CDA aan BBB in de vier jaar was het grootst rechts van het midden.
De toekomst
De BBB lijkt voor de partijen in het midden en rechts van het midden electoraal een forse bedreiging. CDA heeft daar nu het meeste last van gehad, maar besef dat 16% van de VVD-kiezers van 2 jaar geleden nu BBB hebben gestemd. Ook de andere overgangen zijn veelbetekenend:
Een toekomstige groei van BBB zou wel eens de positie van de VVD verder kunnen bedreigen. Besef dat zowel de PvdA als het VVD van het niveau van meer dan 25% is weggezakt 20 jaar geleden naar een niveau tussen de 5 en 10%. De VVD is al heel dicht bij dat niveau gekomen met de 11% van 15 maart jl.
De ontwikkelingen rondom het kabinet en het moment van de volgende Tweede Kamerverkiezingen zal dat mede bepalen.