Prognose PS2023: driestrijd tussen BBB, VVD en GroenLinks+PvdA
De prognose
De peiling van dit weekend laat zien dat de stijging van BBB zich verder voortzet. Inmiddels staat BBB ongeveer gelijk met de VVD op 14%. (Aan Tweede Kamerzetels zou dit ongeveer 22 zetels betekenen). GroenLinks plus PvdA staan echter op 17%. Interessante referentie daarbij is dat bij PS2019 FVD als grootste partij 14,5% haalde en VVD 14%.
Zowel VVD als D66 lijken ten opzichte van de Tweede Kamerverkiezingen een fors verlies te lijden. (VVD haalde toen 22%. D66 15% en lijkt nu ruim onder de 10% te eindigen).
Als dit woensdag de echte uitslag wordt dan zullen we dit patroon zien bij het overzicht van de grootste partij per gemeente.
En dit is de kaart als GroenLinks en PvdA samen als één partij wordt gerekend:
Goed te zien is dat de combinatie GroenLinks/PvdA het sterkst is in en rondom grote steden.
Ook is te zien dat het CDA in geen enkele gemeente als grootste uit de bus lijkt te komen. Met name komt dat door de hoge scores van BBB in gebieden waar het CDA traditioneel goed scoorde.
Provinciale Staten
Het totaal aantal zetels dat de partijen in de afzonderlijke Staten zullen halen is volgens onze prognose:
Ook hier valt op als BBB, FVD en JA21 even buiten beschouwing wordt gehouden de meeste andere partijen niet ver af eindigen van hun resultaat van 2019. De grootste dalers zijn dan CDA, 50PLUS en ChristenUnie. De grootste stijger de PVV. Onderin treft u de prognose aan van de Statenzetels per provincie met daarin ook de prognoses van EenVandaag/Ipsos van 2 maart, I&O van 11 maart en Peil.nl van 12 maart.
Prognose Eerste Kamerzetels
De Eerste Kamer wordt in mei a.s. gekozen door de Statenleden. Ieder Statenlid heeft daarbij een stemwaarde, die gebaseerd is op het aantal inwoners per provincie. Daardoor kan de uitslag van de Provinciale Statenverkiezing in procenten niet één op één vertaald worden in die voor de Eerste Kamer. Deze manier van stemmen zorgt ervoor dat opgekomen kiezers in provincies met een relatief lage opkomst zwaarder tellen dan met een hogere opkomst. De opgekomen kiezers in de provincies Limburg en Noord-Brabant met doorgaans de laagste opkomst tellen dan wat zwaarder mee dan die uit de provincie Utrecht of Overijssel.
Daarnaast kunnen de partijen onderling afspraken maken bij het stemmen voor de Eerste Kamer, omdat de Statenleden vrij zijn in hun keuze. Op die manier kan men via onderlinge afspraken restzetels laten terecht komen bij partijen waarmee men een vorm van alliantie heeft.
Als we de effecten van het bovenstaande proberen in te schatten dan is dit onze prognose. Per partij en groep van partijen treft u daarbij de marge van de uitslag aan.
Daarbij dient echter wel gesteld te worden dat de verkiezingen woensdag een ongewoon opkomstpatroon zou kunnen krijgen. Omdat kiezers van partijen op de flanken gemotiveerder lijken te zijn om op te komen dan kiezers van de regeringspartijen, wat per saldo voor de laatste groep partijen nadelig zou kunnen werken.
Al met al betekent het dat dat drie partijen een kans hebben om de grootste te worden in de Eerste Kamer en dat het ook nog kan zijn dat de regeringspartijen plus de combinatie GroenLinks en PvdA ook nog niet zeker zijn van het feit dat ze minstens 38 zetels samen zullen halen.
(N.B. Bij de drie blokken – de optellingen van een aantal partijen – zijn het minimum en het maximum geen optelling. Want er kan ook sprake zijn van verschuivingen binnen die blokken).
Prognoses van de Statenzetels
Dit is het overzicht van de prognoses van de Statenzetels per provincie met daarin ook de prognoses van EenVandaag/Ipsos van 2 maart, I&O van 11 maart en Peil.nl van 12 maart. EenVandaag/Ipsos heeft aangekondigd om nog met een nieuwe prognose te komen.
Woensdagavond/nacht zullen we echt weten wat de uitslag zal zijn. Vanaf 20:45 uur kunt u onze uitslagenavond volgen via Salto op tv of via diverse internetkanalen. Ter voorbereiding voerde ik dit gesprek erover bij De Nieuwe Wereld.
En dit is een analyse van de politieke situatie na de verkiezingen van a.s. woensdag.