De stemming van 14-2 en de toenemende kans op lagere opkomst
De cijfers van deze week verschillen amper van die van vorige week. Alleen de stijging met 1 zetel van FVD vorige week is deze week weer teniet gedaan. Nu zien we dat CodeOranje (vooral sterk in de regio Den Haag met Richard de Mos) weer op 1 zetel staat.
Met deze grote mate van stabiliteit van de uitslagen en nog één maand te gaan, lijkt het erop dat er niet veel meer veranderd. Dat weet je natuurlijk nooit, maar dan moet er echt wel een flinke game-changer plaats vinden
Maar er is één factor, die zich steeds sterker aandient, die toch nog een behoorlijke impact zal kunnen gaan hebben. En dat is de opkomst, die een stuk lager lijkt te gaan worden, dan de laatste keer (bijna 82%). Een lagere opkomst, die niet hetzelfde zal werken voor de afzonderlijke partijen.
Twee factoren spelen een rol:
1. Er is geen duidelijke inzet van deze verkiezingen
Als er sprake is van een duidelijke tweestrijd of een duidelijke inzet van de verkiezingen dan werkt dat opkomstbevorderend. Die lijkt er nu niet echt te zijn/komen. Wellicht dat een ingrijpende gebeurtenis vlak voor de verkiezingen, zoals in 2017 met de uit het land gezette Turkse minister, toch nog voor een extra stimulans zorgt om op te komen.
2. De angst om besmet te worden bij de gang naar het stembureau
Bij verkiezingsonderzoek zeggen altijd meer mensen dat ze opkomen dan dat de werkelijke opkomst is. Dat komt doordat de opkomstintentie er wel is, maar die is dan niet zo sterk en op de dag zelf komt men er niet toe om naar het stembureau te gaan. Met name zien we dat verschijnsel bij Gemeenteraadsverkiezingen en Provinciale Statenverkiezingen. Dan komt doorgaans maar 65% a 80% van de mensen op, die bij onderzoek vooraf aangeven te zullen gaan stemmen. En dat is dan niet per partij gelijk. (Kiezers van de SGP komen altijd trouw op. Naarmate de opkomst van de rest lager is, haalt deze partij in procenten een beter resultaat).
Nu al geeft bij ons onderzoek 10% aan te aarzelen of men opkomt in relatie tot Corona of dat men daarom niet komt. Maar er zijn twee andere indicatoren, die aangeven dat het niet opkomen wel eens groter zal worden dan nu wordt aangenomen.
Begin januari werd door ons gevraagd of men als alle Nederlanders per post zouden mogen stemmen, men dan per post zou gaan stemmen. Toen gaf 22% aan dan per post te willen stemmen. Dat percentage is, terwijl de avondklok is ingevoerd en verlengd, nu gestegen naar 33%. Dat houdt in dat bij een groter aandeel van de bevolking de zorg om besmet te worden in het stembureau manifest aanwezig is.
Een andere vraag laat ook zien wat de problematiek zou kunnen gaan worden. Op 15 en 16 maart zullen in gemeenten al een beperkt aantal stembureaus worden geopend om op die manier het stemmen te spreiden en kiezers een veiliger gevoel te geven. Dat zullen er in Amsterdam en Rotterdam ongeveer 15% zijn van alle stembureaus. Op de vraag of men 15 of 16 maart op wil komen, of op 17 maart, zegt echter bijna de helft van degenen die van plan zijn te stemmen, dat bij voorkeur op 15 of 16 maart te doen in plaats van de 17e.
Nog los van het feit dat dit dan op 15 en 16 maart, door het veel kleinere aantal geopende stembureaus, tot veel drukkere stembureaus zal leiden dan op 17 maart, geeft ook dit weer dat bij een fors deel van de kiezers het mogelijke risico op besmetting bij het stemmen een rol zal spelen.
In welke mate dat uiteindelijk zal leiden tot een lagere opkomst is niet te bepalen.
Na de gemeenteraadsverkiezingen die op 18 november 2020 zijn gehouden na herindelingen in Groningen en Brabant is onderzoek gedaan wat de invloed was van Corona crisis op de opkomst. De opkomst was rond de 50%. Uit het onderzoek bleek dat 18% van de niet opgekomen kiezers aangaven dat de angst besmet te worden een rol speelde bij het niet opkomen.
Bij deze tussentijdse gemeenteraadsverkiezingen was er geen mogelijkheid voor de groep 70+ om per post te stemmen, zoals het op 17 maart wel is.
Deze tabel geeft toch al aan dat ook bij de Tweede Kamerverkiezingen Corona zal zorgen voor een lagere opkomst.
Hoeveel lager, is vooraf niet vast te stellen. Maar het zal gebeuren en het zal ook effect op de uitslag kunnen hebben.
Om dat effect te laten zien neem ik even aan dat de opkomst 70% wordt. De groep 70+, die wel per post mag stemmen, komt ongeveer net zo hoog op is als normaal (want die groep komt altijd heel goed op). Bij de overige 85% van het electoraat, en dan met name onder de kiezers tussen de 45 en 70 jaar, zal die opkomst dan wel 10 a 15% lager zijn dan onder normale omstandigheden. En dat gaat gevolgen hebben voor de uitslag. Welke precies is vooraf niet vast te stellen. Maar het zal per partij 1 of 2 zetels kunnen schelen.
En het zou me ook niet verbazen als door de combinatie van de twee gemelde invloeden op de opkomst, de kans dat nieuwe partijen de (lagere) kiesdeler halen, vergroot zal worden.
De komende weken kan het gevoel van onveiligheid vergroot of verkleind worden, maar het is vrijwel zeker dat er een lagere opkomst gaat ontstaan, met een effect op de uitslag.