En de volgende (nog zwaardere) aardbeving kondigt zich al aan
In juni 2022 schreef ik een artikel met de titel “De voorschokken van een aardbeving”. In die week was BBB in relatie tot de discussies over het stikstofbeleid abrupt 5 zetels gestegen en stond toen maar 3 zetels achter op de VVD. Het artikel eindigde met:
De uitslag van de peiling van vandaag is een teken aan de wand voor wat er de volgende 9 maanden zowel electoraal als politiek zal gaan afspelen. De electorale krachten die zich nu aan het aftekenen zijn zouden wel eens de eerste schokken kunnen zijn die de seismograaf aangeeft voor een grote aardbeving in politiek Nederland.
Op woensdag 15 maart vond die aardbeving inderdaad plaats. BBB haalde 19% en de VVD 11%.
Opmerkelijk is hoe blijkbaar zowel politiek Den Haag als vele media compleet overvallen lijken te zijn door de uitslag. Maar die uitslag kondigde zich niet alleen al lang van tevoren aan, maar is ook een gevolg van een veel fundamentelere ontwikkeling in Nederland onder de kiezers en in politiek Den Haag.
De peiling die we gisteren hebben gehouden onder meer dan 4000 respondenten laat dat niet alleen zien, maar is een vooraankondiging van een nog zwaardere aardbeving.
Hoe nu verder met het stikstofprobleem
Alvorens de cijfers van de zetelpeiling wordt gegeven eerst de mening van de Nederlanders over wat er nu met het jaartal moet gaan gebeuren dat zo een belangrijke rol speelt bij de stikstof-discussie.
De onderstaande grafiek is afgezet naar het stemgedrag bij PS2023. 30% wil het jaartal 2030, 28% 2034, 14% later dan 2035 en 25% dat jaartal helemaal laten vallen.
De verschillen naar stemkeuze zijn heel groot. Kiezers van D66, GroenLinks, PvdD, Volt en in mindere mate de PvdA hechten zeer aan het jaar 2030. Kiezers van FVD, PVV, BBB en Ja21 willen in meerderheid na 2035 of het helemaal laten vallen. Kiezers van de regeringspartijen CDA, VVD en ChristenUnie zitten meer in het midden en vooral in het jaar 2035.
Of en hoe de regering uit dit probleem komt, is op dit moment onduidelijk. Maar als dat zou lukken lijkt er een goede kans dat de electorale positie van – een deel van – de regeringspartijen verder verzwakt.
Nieuwe verkiezingen?
Aan de kiezers is gevraagd of men vindt dat na deze verkiezingsuitslag de regering moet aftreden en nieuwe verkiezingen uitschrijven. 56% van de Nederlanders wil dat. Naar stemgedrag bij PS2023 is dit de uitslag:
De kiezers van de regeringspartijen scoren percentages tussen de 5% en 35%. Maar dan moet wel meegenomen worden dat dit dus de 28% van de Nederlanders is die op een regeringspartij hebben gestemd, terwijl in 2021 dat nog 50% was!
En die verschillen zijn groot:
- Van de VVD-kiezers bij TK2021 geeft 38% aan dat men wil dat de regering opstapt (van de huidige VVD-kiezers is dat 19%)
- Bij het CDA zijn die cijfers: 68% van de TK2021 kiezers en 33% van de huidige kiezers
- Bij de ChristenUnie: 56% van de TK2021 kiezers en 35% van de huidige
- Bij D66: 35% van de TK2021 kiezers en 5% van de huidige
Daaruit blijkt heel duidelijk wat een impact de onvrede met het kabinet heeft gehad om de stemkeuzes van de kiezers van de coalitie uit 2021.
De peiling voor de Tweede Kamer
Als we onze normale peiling uitvoeren naar de keuzes voor de Tweede Kamer dan is dit de uitslag:
106 zetels verschuiven tussen de partijen is ongekend. Ter vergelijking: Het record tot nu toe was bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2002 met 92 zetels. Rond de Provinciale Statenverkiezing van vier jaar geleden was dat 80 zetels. De regeringspartijen hebben samen nu nog maar 40 zetels, een verlies van 38 t.o.v. de 2021.
Maar dat is nog niet alles
Als er echt nieuwe Tweede Kamerverkiezingen worden gehouden is de kans groot dat Pieter Omtzigt eraan mee gaat doen. Hetzij met een eigen partij of op een lijst van een andere partij. We hebben al eerder vastgesteld hoeveel zetels hij zou kunnen gaan halen met een eigen lijst. In augustus 2022 was dat 24 zetels, waarvan een derde zetels waren die anders naar BBB zou gegaan zijn. In december 2022 waren dat 30 zetels. 8 ervan waren afkomstig van BBB, die anders 15 gehaald zou hebben.
Daarom hebben we de meting nu herhaald, maar op twee manieren. Allereerst met Lijst Omtzigt apart en vervolgens met de combinatie van BBB en Pieter Omtzigt op één lijst. Dit is dan de uitslag:
Als Pieter Omtzigt met een eigen lijst zou meedoen dan haalt hij 38 zetels en behaalt BBB 16 zetels minder dan de 33 waar ze nu op staan. Sanen met BBB zijn dat 55 zetels. Maar als Pieter Omtzigt op de lijst zou staan van BBB dan haalt de combinatie 53 zetels! Rond een derde van de Nederlanders zou dan op die partij stemmen.
Op de volgende manier is ook te zien wat er bij de kiezers gaat gebeuren als Pieter Omtzigt met een eigen lijst meedoet of samen gaat werken met BBB.
Bij kiezers van PVV en JA21 zou de combinatie van BBB+Pieter Omtzigt meer opleveren dan BBB en Lijst Pieter Omtzigt apart. Dat is ook het geval bij de kiezers die bij PS2023 niet zijn opgekomen. Bij de andere partijen is de combinatie wat minder aantrekkelijk dan ieder van de twee apart. Dat zien we o.a. bij de SP. Van de kiezers die bij PS2023 SP hebben gestemd geeft 30% aan op de lijst Pieter Omtzigt te zullen stemmen en 4% dan BBB. Op de combinatie BBB+Pieter Omtzigt zegt 20% te stemmen.
Dat “stemverlies” bij de combinatie van de twee, wordt grotendeels gecompenseerd door het toevallen van de restzetels. Die partij is zoveel groter dan de andere partijen dat het drie restzetels zou krijgen bij de geschetste uitslag.
“The Big One”
In Californië weet men dat er (weer) een hele zware aardbeving zal komen, zoals die van 1906 met een kracht van 8 op de schaal van Richter. Die wordt daar “The Big One” genoemd. Als naar de verkiezingsuitslag van PS2023 wordt gekeken, de peiling van vandaag, maar zeker ook de stemming onder het electoraat en de problemen binnen de coalitie, dan zie je de contouren van de naderende “Big One” in Nederland. Of dat nu gebeurt in maart 2025 of al (veel) eerder, het zal weinig verschil uitmaken.
Die “Big One” zal komen door de krachten van de tektonische platen, die met regelmaat tot een beving leidt.
Al meer dan 25 jaar zien we in Nederland ook iets dergelijks. Ook daar zien we als het ware twee tektonische platen, die steeds zwaardere krachten op elkaar uitoefenen. Aan de ene kant de ontwikkelingen onder het electoraat en aan de ander kant ons politieke systeem en de wijze waarop de politici daarbinnen functioneren.
Wat ik steeds heb aangeduid als “een veenbrand” uit zich nu op een veel heftigere manier. En mede omdat het politieke systeem de laatste 25 jaar niet ingrijpend is aangepast, lijkt die “Big One” bijna onvermijdelijk te worden. Zolang het bewustzijn in Den Haag geen post vat wat zich echt aan het afspelen is, zal het de bestuurbaarheid van ons land verder aantasten, met alle gevolgen van dien.