Stemming 2-7-2023: Grote electorale impact van crises
In het onderzoek van Peil.nl van dit weekend hebben we een aantal vragen gesteld in relatie tot de drie belangrijkste uitdagingen waar de regering de komende maanden voor staat: klimaat/stikstof/landbouw, asiel/immigratie en begroting/armoedebeleid. De uitslagen van die vragen laten zien hoe groot de polarisatie onder het electoraat is. Maar ook hoe ingewikkeld het is om binnen de huidige coalitie compromissen te vinden, waar het eigen electoraat mee tevreden is.
Allereerst de zetelverdeling op basis van de peiling van dit weekend. We zien BBB geleidelijk wat terugzakken na het hoogtepunt begin april en de PVV sindsdien het meeste stijgen. Bij de andere partijen zijn de verschuivingen (zeer) gering in die drie maanden.
BBB ligt hiermee nog wel 7 zetels voor op de VVD. (Bij de Provinciale Statenverkiezingen was dit verschil ruim 10). Omdat we bij onze methode de antwoorden relateren aan het stemgedrag van half maart, zijn we er zeker van dat op dit moment de VVD niet groter is dan BBB, zoals de Politieke Barometer/1Vandaag deze week meldde. Ook de peiling van I&O van deze maand laat zien dat BBB ruim voor ligt op de VVD. De score van 19% voor de VVD, zoals de Politieke Barometer/1Vandaag voor de VVD geeft, terwijl de uitslag van de VVD half maart 11% was, is onverklaarbaar op basis van de overgangen tussen de partijen sinds half maart.
De crises
We legden de ondervraagden de drie grote uitdagingen voor van de regering voor de komende maanden en vroegen welke men het belangrijkste vindt, dat er een goede aanpak voor komt. Dit is de uitslag voor heel Nederland:
-
- 46% Asiel/migratie
- 35% Klimaat/stikstof/landbouw
- 19% Begroting/armoedebeleid
De complexiteit van de electorale situatie ligt er vooral in dat de antwoorden per partij fors verschillen. In deze driehoek zijn de uitslagen van de partijen weergegeven, Hoe dichter bij één van de hoeken, hoe vaker die crisis wordt opgegeven door de huidige kiezers van deze partij.
Uit deze grafiek zijn een drietal clusters op te maken
- Nadruk op asiel/immigratie: PVV, JA21, FVD, BVNL, BBB, VVD
- Nadruk op klimaat/stikstof/landbouw: GroenLinks, D66, PvdD, Volt, PvdA en ChristenUnie
- Middenpositie: CDA, SGP, “Weet niet waarop te stemmen” en min of meer ook SP, waarvan de kiezers begroting/armoedebeleid van alle partijen het meest noemt.
De grafiek laat ook zien dat zowel bij D66 als CDA het electoraat uit 2021 een duidelijk andere positie in deze grafiek innemen dan die twee partijen nu doen. Het geeft aan dat die partijen met name kiezers zijn kwijtgeraakt in die twee jaar die klimaat/stikstof/landbouw minder belangrijk vinden en asiel/immigratie belangrijker. Bij de VVD, die ook veel kiezers verloor sinds 2021, zien we die verschuiving niet.
De complexiteit
De complexiteit van de politieke situatie in Nederland van dit moment is gelegen in het feit dat de vier regeringspartijen in deze grafiek ver van elkaar af liggen. Aan de uitersten zien we D66 en VVD.
Via een bijzondere extra vraag kunnen we dit beter in kaart brengen.
Er is gevraagd aan de ondervraagden welke van de partijen een standpunt had op ieder van die drie crises, die aansluit bij hun opvatting. Ze mochten daarbij meerdere partijen aangeven. Per partij met meer dan 4 zetels geven we de scores aan. In de tabellen is de eerste kolom het percentage die van de partij die ze nu zouden stemmen dan kiezen. Erachter staan andere partijen, voor zover ze hoger dan 10% scoren.
Klimaat/stikstof/landbouw
De partij met het standpunt, waar men de meeste overeenkomsten mee ziet is BBB. Een derde van de kiezers noemen dan die partij. GroenLinks wordt dan door 18% genoemd, D66 door 14% en PvdD door 12%.
Afgezet naar de partij die men nu aangeeft te stemmen is dit het overzicht (Deze tabel moet als volgt gelezen worden. Eerste regel: Van de kiezers die nu aangeven BBB te stemmen geeft 90% aan dat BBB op dit onderwerp standpunten heeft die het meest met de opvattingen van die kiezers overeenkomt. Door de BBB kiezers worden JA21 en PVVV ieder ook door 11% genoemd. Dit komt, omdat men meer dan één partij mocht opgeven. In totaal noemt men gemiddeld 1.4 partij):
Goed valt te zien dat bij kiezers van een groot aantal partijen BBB als tweede partij wordt genoemd met een waarde boven de 10% (VVD, PVV, SP, JA21 en CDA).
Asiel/immigratie
Bij deze crisis wordt de PVV het meest gekozen als partij met standpunten, die het dichtst bij de eigen opvatting ligt. Meer dan een kwart van de Nederlanders geven doet dat. GroenLinks volgt dan met 14%, JA21 met 13% en VVD met 12%.
Afgezet naar de partij, die men nu zou stemmen ziet de tabel er als volgt uit:
Goed valt hier te zien dat de kiezers van BBB vaker de PVV noemen dan de BBB. Bij nog 4 partijen wordt de PVV als eerstvolgende genoemd met een waarde boven de 10%: VVD, SP, JA21 en FVD,
Uit de peilingen van de afgelopen twee maanden blijkt ook dat BBB sinds eind maart kiezers heeft verloren aan PVV, omdat het onderwerp asiel/immigratie hoger op de agenda kwam dan het onderwerp stikstof/landbouw.
Begroting/armoedebeleid
Bij dit onderwerp wordt de SP het meest gekozen. Bijna door 20%. Een serie partijen scoort tussen de 10% en 15%: VVD, PvdA, GroenLinks en PVV.
De tabel naar partij die men nu zal stemmen, ziet er als volgt uit:
Ook hier zien we een lage score van BBB en PvdD bij de eigen kiezers. De SP wordt bij drie partijen op de tweede plaats gezet met meer dan 10%.
De implicaties
De informatie uit dit onderdeel laat goed zien wat de problematiek van de regeringspartijen is. Op de twee belangrijkste dossiers is er een groot verschil in standpunten van de huidige eigen kiezers van D66 en VVD. Maar ook CDA en ChristenUnie zitten als het ware tussen de hamer en het aambeeld.
Compromissen op het klimaat/stikstof dossier lijken voor een groot deel van de – potentiële – kiezers van VVD en D66 geen aanlokkelijke uitkomst. D66 loopt het gevaar dat kiezers dan overstappen naar met name GroenLinks. VVD heeft vooral concurrentie van BBB en in mindere mate van JA21 en PVV. Ook het CDA heeft op dat punt concurrentie van BBB.
Compromissen op het asiel/immigratie dossier zou D66 electorale schade kunnen opleveren in de richting van GroenLinks en Volt. Bij de VVD-kiezers zou het de positie van JA21 en PVV versterken.
Opmerkelijk is hierbij dat op dit onderwerp ook de aanhang van BBB blijkbaar weinig affiniteit heeft met de standpunten van die partij op dat vlak. Als deze crisis nog urgenter wordt en de publieke discussies nog hoger oplopen zou dit wel eens de positie van BBB electoraal kunnen verzwakken.
De SP neemt een bijzondere positie in. Terwijl die partij het meest wordt gekozen als het gaat om inkomens/armoedebeleid scoort het matig bij de eigen kiezers op de twee andere onderwerpen. Zolang die crises prominent blijven zal het voor die partij moeilijk zijn echt een forse electorale groei te gaan doormaken.
De wijze waarop de regering al dan niet komt op de belangrijkste dossiers met een gedeelde aanpak van de vier coalitiepartijen, zal bepalend zijn voor de verdere electorale ontwikkelingen in Nederland. Het is daarbij zeer waarschijnlijk dat dit ook verschuivingen tot gevolg zal hebben aan zowel de rechter- als linkerkant van de coalitiepartijen.
Het politieke en electorale landschap zou er bij Prinsjesdag wel eens fors anders kunnen uitzien.