Stemming 7-5-2023: BBB blijft ruim aan de leiding
De peiling van deze week verschilt weinig van die van twee weken geleden. De voorsprong van BBB op VVD is iets kleiner geworden, maar het verschil is nog steeds heel groot (17 zetels).
Het is interessant om de huidige stemvoorkeur van de kiezer af te zetten tegen de gemaakte keuze bij de Provinciale Statenverkiezingen bijna twee maanden geleden. Deels komt dat doordat het andersoortige verkiezingen waren (Provinciale Staten tegen Tweede Kamer). Deels omdat kiezers van voorkeur veranderen.
Als het stemvoornemen bij Tweede Kamerverkiezingen wordt afgezet tegen het stemgedrag bij PS2023 dan zien we het volgende overzicht van het aandeel dat dezelfde partij aangeeft te zullen stemmen. Bijna drie kwart geeft aan nog steeds dezelfde keuze te maken.
Opmerkelijk is de lage score van de SP. Terwijl die partij bij de Statenverkiezingen maar net 4% haalde, is goed te zien dat ook dit electoraat geen harde aanhang is van die partij. FVD, die 3% haalde, heeft de trouwste aanhang op dit moment.
Als we kijken wat degenen aangeven die niet dezelfde partij kiezen dan is het dit overzicht:
De helft van degenen die JA21 of PVV stemden en nu een andere partij noemen kiezen BBB. Dat verlies wordt gecompenseerd doordat 3% van de BBB-kiezers nu aangeven JA21 of PVV te stemmen.
Tussen PvdA en GroenLinks zien we een uitwisseling van circa 4% van de kiezers van PS2023 van die partijen.
De helft van de VVD-kiezers, die een andere partij noemen, hebben nu een voorkeur voor BBB.
Toekomst regering
Op de vraag wat men hoopt ten aanzien van de zittingsduur van het kabinet, geeft 60% aan te hopen dat het kabinet dit jaar opstapt. Alleen onder de huidige kiezers van de coalitie en onder de kiezers van Volt en GroenLinks wil een minderheid dat.
Als echter dezelfde grafiek wordt gemaakt, maar dan afgezet tegen de stemkeuze bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 dan zien we andere cijfers:
Goed te zien is dat kiezers van de regeringspartijen uit 2021 beduidend minder enthousiast zijn over de regering dan degenen die nu nog steeds een regeringspartij stemmen:
- Van de CDA-kiezers uit 2021 hoopt 63% dat de regering dit jaar opstapt, terwijl van degenen die nu nog CDA kiezen dat 37% is. Dat houdt in dat vrijwel iedereen die in 2021 wel CDA koos en nu niet meer wil dat het kabinet dit jaar opstapt.
- Van de D66-kiezers uit 2021 hoopt 33% dat de regering dit jaar opstapt, terwijl van de huidige kiezers het 5% is. Omdat D66 inmiddels meer dan de helft van haar kiezers van 2021 is kwijtgeraakt is ook hieruit goed op te maken dat het overgrote deel van de D66-kiezers van 2021, die nu geen D66 meer kiezen wil, dat het kabinet opstapt.
- Van de VVD-kiezers uit 2021 wil 42% dat het kabinet opstapt, van de VVD-kiezers uit 2023 is dat 21%.
- Van de ChristenUnie kiezers uit 2021 wil 45% dat het kabinet opstapt, van de Christenunie kiezers uit 2023 is dat 30%.
Deze cijfers laten op een indirecte wijze ook zien, hoe problematisch de electorale positie is van de vier regeringspartijen, terwijl ze deel uitmaken van deze regering. Ze zijn samen de helft van hun aanhang kwijt geraakt sinds maart 2021 en het is onduidelijk op welke wijze ze daarvan weer een fors deel kunnen terugwinnen. (En dan wordt nog niet eens meegenomen de kans dat Pieter Omtzigt aan de Tweede Kamerverkiezingen mee gaat doen. Hoewel zijn winst dan vooral zal komen van kiezers die nu niet op een regeringspartijen stemmen verkleint hij ook het potentieel aan kiezers voor die regeringspartijen).