De peiling van de afgelopen twee dagen onder ongeveer 4500 respondenten laat zien dat BBB met 20 zetels nu nog maar 1 zetel achter ligt op de VVD.
Ten opzichte van twee weken geleden is BBB 2 zetels verder gestegen, is D66 1 zetel gestegen (naar 13) en zijn CDA, FVD en BVNL 1 zetel gedaald.
Het CDA daalt hierdoor naar 6 zetels en is daarmee de 11e partij geworden.
Als gekeken wordt naar wat de BBB-kiezers in 2021 gestemd hebben dan wint deze partij circa 5 zetels van het CDA, 4 zetels van de VVD en 4 van de PVV. Ook doet deze partij het goed bij degenen die in maart 2021 niet zijn opgekomen. De PVV compenseert een deel van dat verlies door van andere partijen wat terug te winnen t.o.v. TK2021 (van CDA, VVD en FVD).
D66 verliest aan PvdA, GroenLinks, Volt en ook BBB. Daarnaast heeft deze partij van alle partijen van TK2021 de meeste kiezers die aangeven, nu niet te weten welke partij te stemmen (23%).
Naast BBB verliest de VVD ook aan JA21 en PVV. Bijna 20% van de kiezers van TK2021 geeft aan nu niet te weten op welke partij te stemmen.
52% begrip de boeren
52% van de Nederlanders heeft begrip voor de boeren bij hun acties, 48% niet. De patronen naar partijkeuze lijken sterk op de rapportage van vorige week t.a.v. het oordeel over de voorstellen rondom het verlagen van de stikstofuitstoot met een sterke mate van polarisatie van standpunten tussen kiezers van een aantal partijen:
- Met BBB-, PVV- , FVD en JA21- kiezers, hebben massaal begrip. Vier partijen, die nu gezamenlijk nu 47 zetels hebben.
- Met GroenLinks-, PvdA-, D66-, Volt- en PvdD-kiezers aan de andere kant. Vijf partijen die gezamenlijk nu 51 zetels hebben.
Bij de VVD-, CDA-, CU- en SP- kiezers zien we een grotere verdeeldheid bij de kiezers van die partijen. Met echter bij VVD en CDA het verschijnsel dat degenen, die deze partij stemden in maart 2021 beduidend meer begrip hebben voor de boeren dan degenen die deze partij nu stemmen. Bij de VVD is dat 52% tegen 36% nu. En bij het CDA is dat 70% tegen 55% nu. Dat geeft aan dat onder degenen die nu niet meer VVD of CDA verkiezen voor het overgrote deel wel begrip hebben voor de boeren. (Die kiezers zijn ook met name overgestapt naar BBB).
Dat hoeft trouwens niet automatisch te betekenen dat deze kwestie de primaire reden is voor het overstappen. Het CDA staat er al een tijd electoraal slecht voor. Maar als men -om welke reden dan ook- al eerder die partij niet meer steunt, dat men dan makkelijker bereid is om een keuze te maken bij belangrijke kwesties, die anders is dan die partij in de regering maakt.
Vertrouwen in de regering
Het vertrouwen in de regering mocht de ondervraagde uitdrukken in een waarde tussen de 1 en de 10. Gemiddeld geven de Nederlanders dan 3,9. Dat is historisch gezien een laag cijfer.
Goed te zien is hoe groot de verschillen zijn in vertrouwen tussen de huidige kiezers van de vier regeringspartijen en die van PvdD, JA21, SP, BBB, PVV en FVD.
Hieronder is te zien hoe groot het verschil in vertrouwen is tussen huidige kiezers van VVD, D66 en CDA en de kiezers die nu niet meer op die partij zeggen te stemmen (die samen 33 zetels vertegenwoordigen van de 73, die deze partijen 15 maanden geleden haalden).
- VVD – huidige stemmers: 6,6 – kiezers die niet meer VVD stemmen : 3,7
- D66 – huidige stemmers: 6,7 – kiezers die niet meer D66 stemmen: 3,9
- CDA – huidige stemmers: 5,4 – kiezers die niet meer CDA stemmen: 2,1
Slechts 32% van alle kiezers hoopt dat dit kabinet de rit uitzit. Bij de regeringspartijen is dat bij de huidige stemmers (met tussen haakjes, degenen die deze partij in 2021 wel stemden, maar nu niet meer):
- VVD : 84% (17%)
- D66 : 89% (38%)
- CDA : 49% (16%)
- ChristenUnie : 55% (28%)
33% verwacht dat het kabinet de rit uitzit. Alleen bij VVD- en D66 kiezers is dat meer dan 50%.
Vertrouwen in ministers
De ondervraagden konden via een rapportcijfer tussen 1 en 10 hun vertrouwen in de afzonderlijke ministers aangeven. Dit zijn de totaalscores van alle kiezers samen:
Dijkgraaf en Kuipers, die al bekend waren vanuit hun vorige positie(s) toen ze nog geen minister waren, staan bovenaan. Kaag en Rutte onderaan. Dit is de laagste score van Premier Rutte, die we tot dusverre gemeten hebben.
Deze grafiek hebben we ook beschikbaar voor de huidige kiezers van de afzonderlijke partijen. Daarbij hebben we wel de volgorde aangehouden op de bovenstaande ranglijst.
Een vijftal ministers hebben we ten slotte in één overzicht samen genomen.
Vertrouwen in de fractievoorzitters
Ten slotte hebben we de respondenten de lijst voorgelegd van alle fractievoorzitters/afgescheiden kamerleden. Het overzicht laat goed de populariteit van Pieter Omtzigt zien. Caroline van der Plas en Lilian Marijnissen staan op plekken 2 en 3. Het is opmerkelijk dat die hoge positie van Marijnissen niet terug te vinden is in de zetelscore van de SP.
Sophie Hermans en Pieter Heerma staan het laagst van de fractievoorzitter van de grotere partijen (partijen die meer dan 8 zetels haalden bij de Tweede Kamerverkiezingen). Opmerkelijk daarbij is dat bij alle fractievoorzitters het vertrouwenscijfer in de “eigen” fractievoorzitter van dit moment tussen 7,5 en 9 ligt, maar bij Hermans en Heerma ligt dit cijfer maar iets boven de 6,0.
Het hoogst scoren Wilders (9,0), Van der Plas (8,8) en Baudet (8,6).