Deze week zien we geen verschuivingen. Wel rapporteren we hierbij ons onderzoek over de commotie rondom de coalitieonderhandelingen in Noord-Brabant en de ratificatie van het CETA-verdrag met Canada.
Maar er zijn eerst twee artikelen van de afgelopen week, die relevant zijn in relatie tot onze weekpeilingen, waar ik graag uw aandacht voor vraag:
- Een gesprek met de Amerikaanse Onderzoeker Rachel Bitecofer over de speciale wijze waarop zij tegen de kiezersbewegingen in de VS aankijkt. Volgens haar heeft de gedifferentieerde opkomst een groter effect dan overgangen tussen partijen (“swing votes”). Vooral gestimuleerd door de weerzin, die men heeft over de -kandidaat van de- andere partij. Hoewel de situatie in de VS niet geheel vergelijkbaar is, lijkt het erop dat de toegenomen polarisatie in Nederland ook zorgt voor een daarop lijkend patroon.
- In StukRoodVlees stond een verslag van een onderzoek hoe politieke tegenpolen over elkaar denken. Daarbij bleken kiezers van GroenLinks, D66 en PvdA aan de ene kant en van FVD en PVV aan de andere kant elkaar sterk negatief te beoordelen. Terwijl men personen van de “eigen partij” gemiddeld een score gaf tussen de 70 en 75 (van een schaal tussen 0 en 100), gaven de kiezers van de eerste groep de kiezers van de tweede groep een score van ongeveer 20 en andersom een score van ongeveer 30. Ook weer een goed voorbeeld van de analogie van de polarisatie tussen “Ajax-” en “Feyenoord-supporters”, die ik regelmatig vermeld. Het geeft ook aan hoe moeilijk het zal zijn die tegenstellingen te overbruggen.
Bij de twee onderwerpen, die ik vandaag binnen dit verslag ook rapporteer, is die polarisatie ook herkenbaar.
In de eerste plaats betreft dit het oordeel over de ratificatie van het CETA-verdrag met Canada. Maar toch met een eigen twist.
De onderstaande grafiek laat zien dat Nederland daar zeer verdeeld over is. 32% is voor ratificeren, 38% is er tegen en 30% geeft aan het niet te weten.
Kiezers van D66 zijn het meest voor ratificeren (66%). Ook de kiezers van de VVD en CDA zijn in meerderheid voor. Die van ChristenUnie laten cijfers zien, die overeenkomen met het gemiddelde van alle Nederlanders. Ook bij PvdA-kiezers is de mening zeer verdeeld. Bij kiezers van de andere partijen zijn er beduidend meer kiezers die niet willen ratificeren. Het gebeurt niet vaak dat cijfers van GroenLinks kiezers sterk lijken op die van FVD en PVV!
In de tweede plaats kijken we naar de meningen over een samenwerking tussen VVD, CDA em FVD in de provincie Noord-Brabant. Dan zien we wel volledig de patronen van die polarisatie. In de grafiek zien we de cijfers van heel Nederland (op basis van ruim 4000 ondervraagden). Die verschillen per partij weinig van die van de ondervraagden uit Noord-Brabant.
48% vindt het goed dat VVD en CDA proberen met FVD een coalitie te vormen in die provincie. Van de VVD-kiezers is dat 62% en CDA-kiezers 55%. Van de D66-kiezers vindt 23% het goed en van de GroenLinks-kiezers 10%. Vrijwel alle FVD-kiezers beoordelen het positief. Van de PVV-kiezers is dat 70%. (Zij hadden waarschijnlijk ook gewild dat de PVV erbij betrokken was).
In het kader van de vraagstelling over Noord-Brabant hebben we de kiezers ook de vraag voorgelegd wat er zou moeten gebeuren als de uitslag bij de volgende Tweede Kamerverkiezing een grote versplintering laten zien. (De vijf grootste partijen rond de 18 zetels en nog twee rond de 14).
In dat geval vindt 58% van de Nederlanders het wel goed als verkend wordt of er met FVD, PVV of FVD+PVV een regering gevormd kan worden. Bij VVD en CDA zijn die cijfers resp. 66% en 59%. GroenLinks- en PvdA -kiezers zijn het minst voor (rond de 20%). Ruim een derde van de D66-kiezers vindt het wel goed.