Even vooraf
Zeker gezien de huidige ontwikkelingen onder het electoraat is het van belang te beseffen dat een peiling, zoals deze, niet een voorspelling is voor de uitslag van Tweede Kamerverkiezingen als deze vandaag gehouden zouden worden. Want als er echt heel binnenkort Tweede Kamerverkiezingen gehouden zouden worden, dan is er sprake van een campagne, de vraag welke partij de grootste wordt, wie de mogelijke premier gaat worden, etc. Wel is de peiling een goede indicatie van de ontwikkeling van de electorale voorkeuren op dit moment.
De vraagstelling bij de peiling van Peil.nl is welke partij men zou stemmen als er nu Tweede Kamer verkiezingen zouden zijn. Vanuit de kennis op welke partij de respondent echt heeft gestemd bij de laatste verkiezing(en) wordt dan de uitslag bepaald. Dus de uitslag van 15 maart is daarbij een belangrijk ijkpunt, met inachtneming van de opkomst die drie kwart is van die van de Tweede Kamerverkiezingen.
De peiling van EenVandaag/Ipsos geschiedt op een andere wijze. Daar wordt de ondervraagde gevraagd 10 stemmen te verdelen over de partij(en) van voorkeur. Dat leidt doorgaans tot een uitslag die fors verschilt van die van Peil.nl en I&O. Zo was de uitslag van Ipsos eind februari 2023 29 zetels voor VVD en 14 zetels voor BBB, een verschil van 15 zetels ten gunste van de VVD. Over dezelfde onderzoeksperiode was de uitslag van Peil.nl 21 zetels voor de VVD en 19 voor BBB, een verschil van 2 zetels. Per saldo dus een verschil van 13 zetels tussen beide peilingen.
Terwijl bij de Provinciale Statenverkiezingen BBB een 8% hogere uitslag liet zien dan de VVD (in Tweede Kamerzetels een verschil van 13 zetels ten gunste van BBB) liet de peiling van EenVandaag/Ipsos de afgelopen week een verschil zien van 1 zetel van BBB t.o.v. de VVD. Peil liet toen een verschil zien van 14 zetels ten gunste van BBB. Ook weer een verschil van 13 zetels.
In Peilingwijzer telt de uitslag van Ipsos inmiddels voor de helft mee, zodat ook de Peilingwijzer een duidelijk kleiner verschil laat zien tussen BBB en VVD dan Peil.nl.
De uitslag van dit weekend
Vrijdag waren we al met onze peiling begonnen, maar de uitslag die u hieronder aantreft, is alleen gebaseerd op de bijna 3000 respondenten, die we zaterdag hebben ondervraagd. Dus na de persconferentie van vrijdagavond over de discussies binnen het kabinet over de reactie op de verkiezingsuitslag. Naast de zetelpeiling hebben we ook vragen gesteld over de reactie op de mededelingen van vrijdagavond.
Uit de zetelverdeling blijkt dat BBB weer 3 zetels is gegroeid sinds de vorige week. Nu is de uitslag 36 zetels. Omdat de regeringspartijen samen 2 zetels verliezen staan die nu samen op 38 zetels, slechts 2 zetels boven die van BBB.
Uit de volgende grafiek is op te maken wat de belangrijkste overgangen zijn tussen de partijen en in welke mate kiezers van de partijen bij PS2023 dezelfde partij aangeven te gaan stemmen als het nu Tweede Kamerverkiezingen zouden zijn.
Per partij is goed te zien welk deel van de kiezers van PS2023 dezelfde partij aan te geven te stemmen bij de Tweede Kamerverkiezing, welk deel sindsdien naar BBB overgaat en welk deel aangeeft nog niet te weten op welke partij te stemmen. De verdere groei van BBB is afkomstig van rechts en midden.
Herhaling van 2002, maar dan complexer
Het is twee keer bij Tweede Kamerverkiezingen gebeurd dat de regeringspartijen samen ongeveer de helft van de zetels kwijt raakten. In 2017, met name door het recordverlies van de PvdA. En in 2002, toen VVD en PvdA samen 36 van hun 83 zetels verloren.
In 2017 kwam het verlies bij meerdere partijen terecht, in 2002 bij LPF (26 zetels) en bij CDA (+14). Nu zien we de 40 zetels verlies van de regeringscoalitie terecht komen bij vooral BBB en GroenLinks+PvdA. Juist omdat een (vrijwel) nieuwkomer nu zo een hoge score haalt is, vanuit de electorale dynamiek gezien, lijkt de situatie nu sterkt op die van 2002.
Maar de situatie is nu complexer o.a. doordat er nu 18 partijen zijn die zetels halen, terwijl het er toen 11 waren. Plus dat er toen 4 partijen waren die meer dan 20 zetels haalden, nu is het er maar 1.
Reactie op uitkomst van coalitieoverleg
We hebben een aantal stellingen voorgelegd naar aanleiding van de uitkomst van het coalitieoverleg van de afgelopen dagen. De uitslagen van die stellingen waren eenduidig.
- 82% vindt het onduidelijk wat er afgesproken is
- 31% vindt het een slimme oplossing, omdat anders het kabinet gevallen zou zijn.
- 66% vindt het slechts uitstel van executie
- 61% vindt het beter als het kabinet direct was opgestapt.
- 77% vindt de uitkomst een brevet van onvermogen van het kabinet.
- 31% vindt het voor het land beter dat het kabinet blijft zitten
- 89% van de huidige kiezers van het CDA vindt de insteek van die partij bij de discussies een goede
- 85% van de huidige kiezers van D66 vindt het goed dat deze partij de poot stijf houdt
Drie van deze stellingen zullen we in een grafiek weergeven naar stemgedrag.
De grafiek betreft enerzijds de stemkeuze bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 en anderzijds bij een aantal partijen (ook) de keuze van de PS2023. Zo is goed te zien het grote verschil in uitslag tussen de kiezers van de regeringspartijen in 2021 en van 15 maart jl. Van alle CDA kiezers uit 2021 is 79% het eens met deze stelling. Maar van de – resterende – kiezers van het CDA van nu is dat 52%. Ook bij VVD en D66 zien we die forse verschillen.
Kiezers die niet meer VVD, CDA of D66 stemmen zitten nu vooral bij BBB of GroenLinks/PvdA en zijn het dus meer eens met deze stelling dan de kiezers die nog bij de regeringspartijen blijven zitten.
De min of meer tegenhanger van deze stelling “het was beter als het kabinet nu was opgestapt” laat deze uitkomst zien.
Vanzelfsprekend zullen we op de voet blijven volgen hoe de komende tijd de interactie plaats vindt tussen de gebeurtenissen in politiek Den Haag en de opvattingen onder de kiezers.