De Stemming 12-9-2021: Grote aanhang voor Pieter Omtzigt
De peiling van vandaag verschilt amper van die van de vorige week. D66 ging één zetel omhoog en CDA weer één zetel omlaag. En nog steeds behoorlijk veel kiezers, die aangeven niet te weten op welke partij te stemmen. Nog maar 63% noemt op dit moment dezelfde partij van voorkeur als die ze bijna zes maanden geleden hebben gestemt.
Omdat Pieter Omtzigt deze week weer terugkeert in de Kamer is ook de vraag gesteld wat men zou stemmen als hij met een eigen partij aan de verkiezingen deelnam. In de onderstaande tabel ziet u dan de uitslag en wat de gevolgen zijn voor de andere partijen. (Vanzelfsprekend is dit een hypothetische situatie op dit moment, maar het is nog een teken van de volatiliteit van het electoraat).
Vrijwel alle partijen scoren lager als de Lijst Omtzigt mee doet. PVV, VVD, BBB en SP absoluut gezien nog het meeste. Dat het CDA dan niet verliest, is omdat het verlies van die partij t.o.v. 17 maart nu al zo groot is (9 zetels) en vooral in het licht van de breuk met Omtzigt, zodat de resterende 6 zetels gehandhaafd blijven.
Ten aanzien van de formatie zien we een interessante verschuiving t.o.v. vorige week. Toen gaf 44% aan nieuwe verkiezingen te willen, maar nu is het 54%. Bij kiezers van vrijwel alle partijen is dat percentage gestegen. Het meest bij de kiezers van CDA, PvdA en GroenLinks. Dat lijkt samen te hangen met hetgeen deze week zich heeft afgespeeld rond de lezing van Kaag. Zo is bij kiezers van D66 dit percentage van 28% aar 35% gestegen. Alleen bij de VVD is dat percentage nog rond de 20%.
Ten aanzien van de informatiepoging van Remkes is de vraag gesteld welke uitkomst men verwachtte:
- 6% denkt dat er toch nog een meerderheidsregering uit komt
- 8% denkt dat er een minderheidsregering VVD+D66 uit komt
- 28% verwacht een minderheidsregering VVD+CDA+D66
- 48% denkt dat de informatiepoging zal mislukken
- 10% weet het niet
Het meest optimistisch zijn de kiezers van VVD en D66 (Meer dan 65% denkt dat het zal lukken). Bij CDA-kiezers is dat 54%,
Ten slotte is gevraagd hoeveel vertrouwen men in de afzonderlijke ministers heeft. Dat is in een rangorde geplaats, waarvan u het overzicht ziet vanaf het aantreden van het kabinet in 2017. De in 2021 aangetreden ministers worden niet in dit overzicht meegenomen.
Dit is de rangorde van dit moment (de recent benoemde ministers zijn niet in deze grafiek opgenomen).
En dit is het verloop sinds eind 2017.
Ik wijs u ook op het artikel met de titel “Zo kan er wel een regering gevormd worden”.