Stemming 6-2-2022: Opmaat naar de Gemeenteraadsverkiezingen
Nog ruim 5 weken en dan zijn de Gemeenteraadsverkiezingen. Uit ons onderzoek blijkt, net zoals in vorige jaren, dat het oordeel over de landelijke partijen een grote rol speelt bij de keuze bij de gemeenteraadsverkiezingen. Maar bij deze verkiezingen is er iets bijzonders aan de hand. Namelijk dat meer dan ooit, partijen met een behoorlijk grote landelijke aanhang, niet aan de verkiezing in de alle of veel gemeentes meedoen.
Eerst de peiling van vandaag, die niet afwijkt van die van vorige week. Dus vergelijken we het met een jaar geleden om te laten zien hoeveel er in dat jaar electoraal is veranderd. VVD (-13), CDA (-12) en PVV(-9) zijn in die periode de meeste kiezers kwijtgeraakt. JA21 (+10), Volt (+9), BBB (+8) en D66 (+6) hebben het meest gewonnen in dat jaar.
Juist omdat de landelijke verhoudingen bij de Gemeenteraadsverkiezingen vrij goed worden teruggezien in de uitslagen van de Gemeenteraadsverkiezingen is het interessant om de peiling van vandaag te vergelijken met die van vlak voor de Gemeenteraadsverkiezingen van 2018.
Van de landelijke partijen doen PVV, FVD, Volt, JA21 en BBB of helemaal niet mee in de gemeentes of in een beperkt aantal. Nu doet Volt wel mee in een aantal gemeentes waar ze een relatief groot deel van hun aanhang hebben, maar dat betreft toch nog niet de helft van hun landelijk electoraat.
Dat houdt in dat ongeveer een derde van de landelijke kiezers, de partij van hun landelijke voorkeur niet terugzien bij de Gemeenteraadsverkiezingen. Dat was vier jaar geleden minder dan een kwart.
Op twee manieren kan zoiets terug te vinden zijn in de uitslag van 16 maart. In de uitslag van de lokale partijen en/of in een lagere opkomst.
Als de opkomst niet veel lager zal zijn dan de 55% van vier jaar geleden dan mag verwacht worden dat de lokale partijen in plaats van de 29% de vorige keer zullen stijgen in de richting van een derde.
De volgende week zullen we dieper ingaan op de relatie tussen de landelijke keuze en de lokale keuze.