Een macro-analyse van de 333 gemeenten samen
Niet alle gemeenten deden mee
De gemeenteraadsverkiezingen werden in 333 gemeenten gehouden. In 11 gemeenten werden de verkiezingen niet gehouden (doordat er niet lang geleden daar al verkiezingen waren gehouden). In circa 15 gemeenten waar nu de verkiezingen werden gehouden waren de vorige verkiezingen niet in maart 2018 gehouden, maar wat later, door herindelingen, zoals in Groningen.
Dat heeft ongemerkt wat -gelukkig beperkte- gevolgen gehad bij de vergelijking van de uitslagen.
- De totaaluitslag van maart 2018 verschilt wat van de totaaluitslag van de verkiezingen in deze 333 gemeenten. Dat levert een maximaal verschil op van 0,4% bij bepaalde partijen.
- Bij de vergelijking van de uitslagen door het ANP gepresenteerd werden de uitslagen van die verkiezingen in de geherindeelde gemeenten, na maart 2018, wel meegenomen als referentie van de vorige uitslag. Maar bij die tussentijdse gemeenteraadsverkiezingen is de opkomst een stuk lager dan als de verkiezingen gehouden worden voor vrijwel alle gemeenten. Zo was de opkomst in Goningen in november 2018 44%, terwijl die opkomst afgelopen woensdag 54% was. Dat soort verschillen zien we in alle 12 gemeenten, waar toen tussentijdse verkiezingen waren. Ze zijn goed te herkennen op deze kaart door de blauwe kleur. (Een forse stijging van de opkomst).
Op twee manieren worden de uitslagen van woensdag bekeken. Via kaarten en een bijzondere cijfermatige analyse.
Kaarten
Dit is het overzicht van de grootste partij per gemeente. Eerst 2018 en dan 2022. Ze komen van de website van het AD en gemaakt door het ANP.
Te zien is dat CDA en VVD in minder gemeenten de grootste zijn geworden. Doorgaans vervangen door een lokale partij. In 221 van de 333 gemeenten werd een lokale partij de grootste. Het CDA werd nog de grootste in 38 gemeenten en de VVD in 25. Groen Links werd de grootste in 15 gemeenten.
Op deze kaart van de prachtige site verkiezingen.nl van het Nederlands Dagblad ziet u de mate van verschuiving van de lokale partijen over het land.
Cijfermatige analyse
Op de volgende manier willen we een cijfermatige inzicht geven in de trend bij deze gemeenteraadsverkiezingen. Daarbij hebben we de gemeenten in drie groepen verdeeld: van groot naar klein, waarbij iedere groep ongeveer evenveel kiezers heeft.
De grootste gemeenten betreffen dan 28 van de 333 en de kleinste 220.
De verschuiving tussen GR2022 en GR2018 in procentpunten laat nog beter zien wat er gebeurd is afgelopen woensdag. De groei van de lokale partijen heeft met name plaats gevonden in de kleinste en middengrootte gemeenten. Waardoor het aandeel lokalen in procenten in de kleinste gemeenten 2 keer zo groot is als in de 28 grootste gemeenten.
Gedifferentieerde opkomst
Bij de interpretatie van de uitslag is het belangrijk te beseffen dat de lage opkomst niet in gelijke mate is verdeeld over de partijen. Deze grafieken van het exit-onderzoek van IPSOS ten behoeve van de NOS laten dat goed zien.
Nu weten we bij iedere verkiezing dat ouderen meer opkomen en hoger opgeleiden meer dan lager opgeleiden, maar naarmate de totale opkomst lager is werkt dat effect zwaarder door in de uitslag.
Uitgaande van het stemgedrag naar leeftijd, geslacht en opleidingsniveau kunnen we vaststellen welk effect dat op de uitslag heeft gehad. Als de opkomst geen 50% was geweest, maar 75% dan zou dit het effect ongeveer zijn geweest:
- Fors slechtere uitslag: CDA, PvdA, SGP
- Slechtere uitslag: D66, GroenLinks, PvdD
- Iets slechtere uitslag: VVD, ChristenUnie
- Betere uitslag: SP, PVV, FVD,
- Fors betere uitslag: Lokale partijen